• cas·ten
  • uit het Engels [1]

casten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
casten
castte
gecast
zwak -t volledig
  1. iemand voor een film- of toneelrol werven
    • De aanklacht werd ingediend bij de rechtbank van Los Angeles en betreft onder andere de bekende Lord of The Rings-films van regisseur Peter Jackson. Hij beweert dat hem destijds werd verboden een aantal actrices te casten voor zijn films, onder wie Judd. Waarom dat niet mocht, werd hem niet verteld. [2] 
    • In november 2017 werd bekend dat Gosschalk zich meermaals tijdens het casten van acteurs schuldig maakte aan seksueel grensoverschrijdend gedrag. Volgens het bedrijf Kemna zijn vervolgens passende maatregelen getroffen. [3] 
    • Ingewijden suggereren dat de producenten deze actuele thema's nog een brug te ver vonden voor Bond 25. Ook zou er onenigheid zijn geweest over het casten van de Poolse acteur Tomasz Kot als schurk. [4] 
85 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[5]