casinohouder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·si·no·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van casino zn en houder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | casinohouder | casinohouders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de casinohouder m
- (beroep) uitbater van een gelegenheid waar in een luxe omgeving gegokt wordt
- ▸ Schotte werd veroordeeld voor onder meer fraude en witwassen. De oud-politicus onderhield nauwe banden met een lid van de Siciliaanse maffia, Francesco Corallo. De Nederlands-Italiaanse casinohouder was volgens de officier van justitie de eigenlijke machthebber tijdens het bewind van de regering-Schotte.[1]
Gangbaarheid
- Het woord casinohouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Veroordeelde Schotte speelde schimmig spel op Curaçao” (11-03-2016), NOS