cash-and-carry
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cash-and-car·ry
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cash-and-carry | cash-and-carry's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de cash-and-carry m
- een winkel waar de klant goederen in een grootverpakking koopt, contant betaalt en zelf meeneemt
- Met de aankoop vandaag van Big Food Group - in Groot-Brittannië vooral bekend van de winkelketen Iceland (gekoelde voeding) en Booker (cash-and-carry-winkels) - wordt het IJslandse retail- en vastgoedconcern Baugur verreweg de grootste onderneming van IJsland.[2]
Gangbaarheid
- Het woord cash-and-carry staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Jan Gerritsen 11 februari 2005