Een lachende man, cartoonesk weergegeven.
  • car·too·nesk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen cartoonesk cartoonesker cartooneskst
verbogen cartooneske cartooneskere cartooneskste
partitief cartoonesks cartooneskers -

cartoonesk

  1. vereenvoudigd, met scherpe lijnen en heldere kleuren getekend zoals gebruikelijk in een cartoon
    • Als passanten zijn werk mooi vinden, is dat meegenomen. "Maar daarvoor doe ik het niet. Daarmee kom ik terug op het therapeutische. Ik doe het voor mezelf." Zijn stijl benoemen vindt hij eigenlijk 'too much'. Hij lacht. "Maar alles valt te benoemen. Als ik het echt een naam moet geven, dan zou dat 'cartoonesk straatkunst' zijn." Zullen er meer muren volgen? "Als het aan mij ligt zeker." [1] 
    • Een andere nieuwe titel was Starlink: Battle for Atlas. Een cartoonesk ogende, space exploratie-actiespel dat met fysieke speelgoed ruimteschepen komt. [2] 
82 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]