Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • car·na·vals·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord carnavalswagen carnavalswagens
verkleinwoord carnavalswagentje carnavalswagentjes

Zelfstandig naamwoord

de carnavalswagenm

  1. een wagen die speciaal opgebouwd en versierd is en met een carnavalsoptocht rondgereden wordt

Meer informatie