capriccio
- ca·pric·cio
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘muziekstuk zonder vast schema’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
- van het Italiaans (gril) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | capriccio | capriccio's |
verkleinwoord | - | - |
- (muziek) een muziekstuk dat meestal vrij is van vorm en een levendig karakter heeft
- Het woord capriccio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "capriccio" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "capriccio" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ capriccio op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be