capaciteitstekort
- ca·pa·ci·teits·te·kort
- samenstelling van capaciteit zn en tekort zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | capaciteitstekort | capaciteitstekorten |
verkleinwoord |
het capaciteitstekort o
- te weinig inhoud hebbend
- te weinig middelen hebben om een bepaalde taak te kunnen verrichten
- ▸ Maar hij voegt eraan toe dat het spannend wordt en dat het capaciteitstekort op de lange termijn een probleem blijft. "Want tegelijk met de komst van de extra hulp stromen er rond de zomer ook tientallen collega's uit. Natuurlijke uitstroom, collega's die met leeftijdsomslag gaan of een andere functie krijgen." Franssen praat erover hoe die tendens kan worden doorbroken.[1]
- ▸ In 2005 ontstaat het idee van Nuon om in de Eemshaven in Groningen een elektriciteitscentrale te bouwen op gas, kolen en biomassa. Het energiebedrijf en de Nederlandse overheid verwachten een capaciteitstekort en er moeten nieuwe centrales gebouwd worden. In de Provinciale Staten geeft de PvdA van William Moorlag de doorslaggevende stem voor de bouw van de centrale.[2]
- Het woord capaciteitstekort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Marechaussee: capaciteitstekort blijft probleem” (Donderdag 28 april 2016, 17:34), NOS
- ↑ Weblink bron “Verlieslijdende gascentrale moet superbatterij worden” (Zaterdag 30 april 2016, 16:44), NOS