capaciteitsbenutting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·pa·ci·teits·be·nut·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord capaciteitsbenutting capaciteitsbenuttingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de capaciteitsbenuttingv

  1. de mate waarin men de kwantitatieve mogelijkheden van een voorziening compleet benut
     In het tweede kwartaal lag de capaciteitsbenutting in de fabrieken op 85,6 procent. Dat is evenveel als in het tweede kwartaal van 2008, toen de economische crisis nog moest uitbreken.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Crisis in Duitse chemie voorbij” (Donderdag 2 september 2010, 13:56), NOS