cannabisgebruik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  cannabisgebruik    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• can·na·bis·ge·bruik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  cannabis zn  en  gebruik zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cannabisgebruik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het cannabisgebruik o

1. het gebruiken van hennep producten als roesmiddel

   ▸ Volgens de onderzoekers van het Pieter Baan Centrum had Halman een psychose toen hij zijn broer doodde. Dat werd mede veroorzaakt door cannabisgebruik. Zelf zei Jason Halman dat hij zich weinig meer kan herinneren van het neersteken van zijn broer.

   ▸ Nederlandse kinderen hebben bijvoorbeeld het minst vaak overgewicht, ontbijten goed en de meeste kinderen drinken geen alcohol. Nederland scoort wat minder goed op het gebied van babysterfte en cannabisgebruik.

Afgeleide begrippen

• cannabisgebruiker

Gangbaarheid

• Het woord cannabisgebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.