calicot
- ca·li·cot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | calicot | |
verkleinwoord |
het calicot o
- (textielindustrie) fijn katoenen weefsel
- ▸ Ook los van dit omineuze gegeven wordt al snel duidelijk dat het nieuwe bestaan van de drie immigranten, zeker in het begin, verre van gemakkelijk zal zijn. Ze wonen, elk met hun eigen dromen en verteerd door hun eigen desillusies, in één ruimte, slechts gescheiden door wanden van calicot (katoen).[3]
- Het woord calicot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "calicot" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ calicot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Hans Bouman“Het goud van de ondergang” (20 februari 2004), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be