buurtwacht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  buurtwacht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• buurt·wacht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  buurt zn  en  wacht zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	buurtwacht	buurtwachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de buurtwacht m

1. persoon die de wachthoudt in een bepaalde wijk

   ▸ Trayvon werd eind februari doodgeschoten in de buurt van Orlando in Florida. De buurtwacht die hem doodde had eerder gemeld dat de jongen van 17 zich verdacht gedroeg, al is niet duidelijk wat de ongewapende Martin zou hebben misdaan.

Synoniemen

• buurtwachter

buurtwacht m/v

1. organisatie die de wachthoudt in een bepaalde wijk

Gangbaarheid

• Het woord buurtwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.