busnummer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bus·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bus en nummer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | busnummer | busnummers |
verkleinwoord | busnummertje | busnummertjes |
Zelfstandig naamwoord
het busnummer o
- Nummer op een bus dat aanduidt welke buslijn wordt gereden.
Gangbaarheid
- Het woord 'busnummer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.