Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·ka·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buskaping buskapingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de buskapingv

  1. het met geweld, of onder bedreiging met geweld, overnemen van een bus
     Buskaping Noorwegen: drie doden[1]
     Doden bij buskaping Pakistan[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Buskaping Noorwegen: drie doden” (Dinsdag 5 november 2013, 06:48), NOS
  2.   Weblink bron “Doden bij buskaping Pakistan” (Vrijdag 29 mei 2015, 22:59), NOS