Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord busbedrijf busbedrijven
verkleinwoord busbedrijfje busbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het busbedrijfo

  1. (transport) bedrijf dat buslijnen exploiteert
     Het Utrechtse busbedrijf Qbuzz stapt naar de rechter om te voorkomen dat de FNV donderdag het openbaar vervoer in platlegt. Donderdagochtend heeft FNV een werkonderbreking gepland die een deel van het tram-, metro- en busverkeer in Utrecht en Amsterdam moet platleggen.[1]
     Busbedrijf Qbuzz houdt in Groningen en Drenthe de hele dag alle bussen binnen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Qbuzz daagt FNV voor de rechter” (Maandag 12 oktober 2015, 21:34), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “IJzel verlamt openbare leven in noorden van het land” (Dinsdag 5 januari 2016, 03:27), NOS