burgerwoning
- bur·ger·wo·ning
- samenstelling van burger zn en woning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burgerwoning | burgerwoningen |
verkleinwoord | burgerwoninkje | burgerwoninkjes |
- een huis zoals door burgers wordt bewoond, in tegenstelling b.v. met publieke gebouwen
- Het woord burgerwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.