Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ger·vlieg·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgervliegtuig burgervliegtuigen
verkleinwoord burgervliegtuigje burgervliegtuigjes

Zelfstandig naamwoord

het burgervliegtuigo

  1. (luchtvaart) vliegtuig dat in gebruik is voor niet-militaire doeleinden
     Geen enkele terroristische groepering heeft op dit moment een dergelijk wapen, constateert de werkgroep. Het risico dat een burgervliegtuig opnieuw zal worden neergehaald, is daarom "laag": de groeperingen die een vliegtuig zouden willen neerhalen, hebben zo'n wapen niet.[1]
     Het was lange tijd niet duidelijk wie de aanslag had gepleegd. Aanvankelijk werd gedacht dat Iran erachter zat. Het land zou wraak hebben willen nemen voor een incident eerder dat jaar, waarbij de VS een Iraans burgervliegtuig had neergeschoten en 290 mensen waren omgekomen.[2]
     Tioenov: "We vochten eerst samen in Afghanistan en nu tegen elkaar. Waarom ben jij voor de junta en tegen ons, vroeg hij? Toen zei ik: jullie zijn schuldig aan het neerschieten van het burgervliegtuig. Hij reageerde: dat was ik niet, dat was dat tuig uit Moskou."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “VN: risico op tweede MH17-ramp is klein” (Donderdag 5 februari 2015, 16:07), NOS
  2.   Weblink bron “Wat gebeurde er boven Lockerbie?” (Zaterdag 21 december 2013, 11:45), NOS
  3.   Weblink bron “'Russische militair betrokken bij MH17-ramp'” (Woensdag 26 april 2017, 19:11), NOS