burgerklasse
- bur·ger·klas·se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burgerklasse | burgerklassen |
verkleinwoord |
de burgerklasse v
- het deel van een bevolking dat redelijk welgesteld is
- ▸ Rote Hilfe had de bijeenkomst voor arbeidersvrouwen georganiseerd over hoe je de nieuwe voorbehoedsmiddelen gebruikte, hoewel het verboden was door de burgerklasse.[2]
- Het woord burgerklasse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496