burger uit
- Geluid: burger uit (hulp, bestand)
- bur·ger uit
vervoeging van |
---|
uitburgeren |
burger (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitburgeren
- Ik burger uit.
- gebiedende wijs van uitburgeren
- Burger uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitburgeren
- Burger je uit?
- Het woord burger uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.