bunny
  • bun·ny
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bunny bunny's
verkleinwoord bunnytje bunnytjes

de bunnyv

  1. in een konijnenkostuum geklede serveerster in een nachtclub
    • Verder betaalde iemand 22.400 dollar (ruim 19.000 euro) voor een brief van feministe Gloria Steinem aan Hefner. Zij ging undercover als ‘Playboy Bunny’ bij een nachtclub van Hefner en schreef daar een kritisch artikel over. [2] 
    • In de Verenigde Staten ging vorige week The Playboy Club in première, over de eerste bunny-club in Chicago, 1963. [3] 
80 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]