bunkeren
- bun·ke·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bunkeren |
bunkerde |
gebunkerd |
zwak -d | volledig |
bunkeren [2]
- onovergankelijk de bunkers (brandstofreservoirs) vullen, brandstof innemen
- onovergankelijk (informeel) schransen
1.
- Het woord bunkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bunkeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bunkeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be