bunkerde
- bun·ker·de
vervoeging van |
---|
bunkeren |
bunkerde
- enkelvoud verleden tijd van bunkeren
- Ik bunkerde.
- Jij bunkerde.
- Hij, zij, het bunkerde.
- Ik bunkerde.
- Het woord bunkerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.