Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·zen·frame
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buizenframe buizenframes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het buizenframeo

  1. raamwerk gemaakt van buizen
     Het lichtgewicht toestel kwam in het buizenframe van het rad vast te zitten, naast een gondel met twee kinderen erin.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Vliegtuigje belandt in reuzenrad” (Zaterdag 1 oktober 2011, 09:05), NOS