• bui·ten·spel·re·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenspelregel buitenspelregels
verkleinwoord

de buitenspelregelm

  1. (voetbal) spelregel bij voetbal die betrekking heeft op welke plaats een aanvaller de bal mag aannemen tijdens een aanval
     Ook heeft Figo concrete voetbalideeën. Hij wil terug naar de ouderwetse buitenspelregel - los van het al dan niet actief meedoen in een aanval - en doellijntechnologie invoeren. Spelers die de scheidsrechter belagen moeten volgens Figo voortaan op een strafbankje plaatsnemen. Ook wil hij af van de driedubbele straf bij een overtreding in de zestien: penalty, rood en schorsing.[2]
     Cathrine Dekkerhus verhaalt over haar record 'hooghouden': 25 keer. "Maar dat was met een ballon", voegt ze eraan toe. Emilie Haavi doet een moedige poging de buitenspelregel uit te leggen, maar loopt hopeloos vast. Keeper Ingrid Hjelmseth, goed voor bijna honderd interlands, beseft: "Het doel is veel te groot voor mij. Eigenlijk zouden we er met z'n tweeën in moeten staan."[3]
     Overigens is de Ajax-trainer niet over alle plannen even enthousiast. Het afschaffen van de buitenspelregel vindt hij in een eerste reactie niets. "Buitenspel is een wezenlijk onderdeel van het voetbal."[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Figo: 2,5 miljard naar voetbalontwikkeling” (Donderdag 19 februari 2015, 12:28), NOS
  3.   Weblink bron “Noorse voetbalsters in komische mini-docu” (Dinsdag 23 juni 2015, 06:04), NOS
  4.   Weblink bron “Trainers topclubs gereserveerd over plannen Van Basten” (Vrijdag 20 januari 2017, 17:45), NOS