buitenproportioneel

  • bui·ten·pro·por·ti·o·neel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen buitenproportioneel buitenproportioneler buitenproportioneelst
verbogen buitenproportionele buitenproportionelere buitenproportioneelste
partitief buitenproportioneels buitenproportionelers -

buitenproportioneel

  1. te veel, groot, sterk, enz. voor de gegeven omstandigheden
    • De bonus die de 65-jarige Amerikaanse topman van de Eindhovense chipproducent NXP krijgt, is volgens minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem een "idioot hoog bedrag" en buitenproportioneel. [1] 
    • Daarbij komt dat de reactie buitenproportioneel is. Vooropgesteld: de aanslag op Sergej Skripal (en zijn dochter) is laf, schandelijk, inhumaan en zodra ze worden ontmaskerd, dienen de schuldigen zwaar te worden gestraft. Maar Skripal is geen dissident of politieke vluchteling. [2] 
     De buitenproportioneel grote klokkentoren van rode baksteen met een witte marmeren omgang en een groen puntdak bracht met zijn asymmetrische plaatsing een belachelijk contrapunt aan in de rationele, paradeerbare ruimte, dat juist vanwege het feit dat het concessieloos gewaagd en overdreven was effectief en elegant uitpakte.[3]
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. www.nu.nl
  2. Trouw Sylvain Ephimenco– 7:09, 29 maart 2018 Ook Rusland is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen
  3. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 26
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be