buitenpolder
- bui·ten·pol·der
- samenstelling van buiten en polder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenpolder | buitenpolders |
verkleinwoord | - | - |
- (waterbeheer) gronden in de uiterwaarden van de grote rivieren die tussen de winterdijk en de zomerkade liggen
- Het woord buitenpolder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.