buitenparochie
- bui·ten·pa·ro·chie
- samenstelling van buiten en parochie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenparochie | buitenparochies buitenparochiën |
verkleinwoord | - | - |
- (religie) parochie buiten de stad
- Het woord buitenparochie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.