buitenmuseum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bui·ten·mu·se·um
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten bw en museum zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenmuseum | buitenmusea buitenmuseums |
verkleinwoord | buitenmuseumpje | buitenmuseumpjes |
Zelfstandig naamwoord
het buitenmuseum o
- tentoonstellingsruimte in de buitenlucht
Gangbaarheid
- Het woord buitenmuseum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.