buikschuiver
- buik·schui·ver
- samenstelling van buik zn en schuiver zn [1]
- Naamwoord van handeling van buikschuiven met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buikschuiver | buikschuivers |
verkleinwoord | buikschuivertje | buikschuivertjes |
de buikschuiver m
- (schertsend) bromfiets of motorfiets met laag stuur en buddyseat die men bij voorkeur over de tank gelegen berijdt
- Het woord buikschuiver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.