Nederlands

1. uitvoeren van een oosterse dans
Uitspraak
Woordafbreking
  • buik·dan·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
buikdansen
buikdanste
gebuikdanst
zwak -t volledig

Werkwoord

buikdansen

  1. (dans) uitvoeren van een oosterse dans, gekenmerkt door opvallende bewegingen van heupen, bekken en buikspieren
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

de buikdansenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buikdans

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be