• buigt neer
vervoeging van
neerbuigen

buigt (…) neer

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerbuigen
    • Jij buigt neer. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerbuigen
    • Hij buigt neer. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van neerbuigen
    • Buigt neer!