Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bud·get·hu·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord budgethuwelijk budgethuwelijken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het budgethuwelijko

  1. snel en goedkoop burgerlijk huwelijk dat zonder veel ceremonieel vertoon wordt afgesloten
     Wil je (bijna) gratis trouwen, maar heb je geen zin om op een wachtlijst te staan? Steeds meer gemeenten bieden het budgethuwelijk aan. Trouwen op een koopje is populair: gemiddeld wordt ongeveer één op de drie huwelijken zo goedkoop mogelijk afgesloten, blijkt uit navraag van het AD bij de dertig grootste gemeenten.[1]
     TWENTERAND - Afgelopen week het nieuws in Twenterand niet op de voet gevolgd? Journalist Ferry de Goeijen praat u bij over de belangrijkste gebeurtenissen. Over valse beschuldigingen, gedraai en gekonkel in de Twenterandse politiek, budgethuwelijken en een hondenopvangcentrum.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Ton Voermans
    “Eeuwige trouw voor 150 euro” (10-01-2017), Tubantia
  2.   Weblink bron “Het nieuws van de week in vogelvlucht: dit gebeurde in uw gemeente” (02-10-2022), Tubantia