• bru·to·re·sul·taat
enkelvoud meervoud
naamwoord brutoresultaat brutoresultaten
verkleinwoord brutoresultaatje brutoresultaatjes

het brutoresultaato

  1. (economie) de uitkomst van een van een activiteit zonder aftrek van bepaalde kosten of verliesposten
    • Het brutoresultaat was dit jaar hoger dan het vorige jaar.