brugman
Niet te verwarren met: Brugman |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brug·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brug en man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brugman | brugmannen |
verkleinwoord | brugmannetje | brugmannetjes |
Zelfstandig naamwoord
de brugman m
- (beroep) brugwachter bruggeman iemand die een beweegbare brug bedient (Brugman is een persoonsnaam)
- Steeds meer brugmannen worden vervangen, de bruggen worden dan op afstand bediend.
Gangbaarheid
- Het woord 'brugman' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.