brouwkuip
- brouw·kuip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brouwkuip | brouwkuipen |
verkleinwoord |
- breed bassin waarin men het bierbeslag maakt
- ▸ ,,Ik mag niet want als kind ben ik in de brouwkuip gevallen’’, zegt hij met een kwinkslag naar stripheld Obelix, die als kind in de ketel met toverdrank viel.[2]
- ▸ Het laatste ven op de route, is de Brouwkuip. Oisterwijkers hebben het ven deze naam gegeven, omdat bierbrouwers hun kuipen in dit ven reinigden.[3]
- Het woord brouwkuip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brouwkuip" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gep Leeflang“Eerst 3000 flesjes leegmaken, daarna bierdip in Apeldoorn” (25 aug. 2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron NATUURMONUMENTEN“Wandelroute 17: Vennenwandeling, vlakbij Oisterwijk” (17 okt. 2016), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be