• bro·te

brote

  1. voltooid deelwoord van bryta

brote

  1. voltooid deelwoord van bryte


  • bro·te
enkelvoud meervoud
brote brotes

brote m

  1. (plantkunde) knop, scheut
  2. het uitbotten, het uitlopen
vervoeging van
brotar

brote

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van brotar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van brotar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van brotar