Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brood·vrees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broodvrees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de broodvreesv / m

  1. (economie) de angst dat men zijn baan (broodwinning) verliest
     Als een ieder broodvrees heeft, zullen de acties nooit de gewenste resultaten opleveren.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “BROODVREES” (June 24, 2017), Dagbld de West