brokkenpiloot
- Geluid: brokkenpiloot (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɔkɛ(n)piˌlot / (4 lettergrepen)
- brok·ken·pi·loot
- samenstelling van brok en piloot met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brokkenpiloot | brokkenpiloten |
verkleinwoord | brokkenpilootje | brokkenpilootjes |
de brokkenpiloot m
- (verkeer) bestuurder van een voertuig die onevenredig veel bij verkeersongelukken betrokken is
- Het woord brokkenpiloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brokkenpiloot" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be