Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • broei·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broeibed broeibedden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het broeibedo

  1. deel van een moestuin waar stalmest bedekt met teelaarde ligt

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be