brijachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  brijachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• brij·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van brij met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	brijachtig	brijachtiger	brijachtigst
verbogen	brijachtige	brijachtigere	brijachtigste
partitief	brijachtigs	brijachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

brijachtig

1. lijkend op of eigenschappen hebbend van een brij

   • Lekker gaargekookte havermout is een gladde brijachtige pap die bij het ontbijt wordt gegeten. 

Gangbaarheid

• Het woord brijachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.