breng na
- breng na
vervoeging van |
---|
nabrengen |
breng (...) na
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabrengen
- Ik breng na.
- gebiedende wijs van nabrengen
- Breng na!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabrengen
- Breng je na?
- Het woord breng na staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.