• breekt open
vervoeging van
openbreken

breekt (…) open

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbreken
    • Jij breekt open. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbreken
    • Hij breekt open. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van openbreken
    • Breekt open!