1. op hiphopmuziek bewegen volgens acrobatisch patronen
  • break·dance
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘acrobatische dansstijl’ voor het eerst aangetroffen in 1986 [1]
  • van Engels breakdance [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord breakdance breakdances
verkleinwoord - -

de breakdancem

  1. op hiphopmuziek bewegen volgens acrobatisch patronen, dansstijl rond 1980 in de VS ontstaan
    • Op het muziekfestival was er ook veel breakdance. 
vervoeging van
breakdancen

breakdance

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van breakdancen
    • Ik breakdance. 
  2. gebiedende wijs van breakdancen
    • Breakdance! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van breakdancen
    • Breakdance je? 
  4. aanvoegende wijs van breakdancen
95 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]


  • samenstelling van break, van "percussion break": deel van hiphopnummer waarin de beat overheerst en dancing "dansen"
enkelvoud meervoud
breakdance breakdances

breakdance

  1. breakdance op hiphopmuziek bewegen volgens acrobatisch patronen, dansstijl rond 1980 in de VS ontstaan