bravogeroep
- Geluid: bravogeroep (hulp, bestand)
- bra·vo·ge·roep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bravogeroep | |
verkleinwoord |
het bravogeroep o
- het aanhoudend iets of iemand aanmoedigend toejuichen
- ▸ Applaus, bravogeroep, gejuich en oprechte ontroering vallen de sterren ten deel.[2]
- ▸ Vinkenoog zou zaterdag 81 jaar oud zijn geworden. Een fantastisch verjaardagsfeest, zei dichteres en vriendin Diana Ozon. Hij hield niet van droeve gebeurtenissen en huilende mensen. Simon was een rasoptimist. Toen zijn drie zonen de vrolijk bekleurde kist met daarin het lichaam van de dichter het graf in lieten zakken, klonk applaus en bravogeroep.[3]
- Het woord bravogeroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Simon Vinkenoog begraven” (18 juli 2009), Het Parool