Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·geur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandgeur brandgeuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brandgeurm

  1. wat je kunt ruiken als iets in brand staat
     "Grote rookwolken, mist en een brandgeur hangen rondom de bergen. Momenteel brandt het op zo'n 30 kilometer bij ons vandaan", vertelt hij. In totaal zijn er nu ruim 145 branden, waarvan 32 als zeer gevaarlijk worden beschouwd.[1]
     Henk Smith was 9 toen Duitse vliegtuigen bommen op Rotterdam lieten vallen. "De brandgeur en de sirenes zal ik nooit vergeten", zegt hij.[2]
     "Ik heb dit nog nooit meegemaakt. Ik zie de hele dag een grote rookwolk boven de stad. Ik ruik steeds een indringende brandgeur en de brandweerauto's rijden voor mijn huis af en aan."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nederlander bij bosbranden Portugal: hopen dat het snel minder wordt” (Maandag 16 oktober 2017, 17:45), NOS
  2.   Weblink bron “'Spelen' met bombardement R'dam” (Woensdag 14 mei 2014, 06:00), NOS
  3.   Weblink bron “Chileense berg is "helemaal grijs"” (Maandag 14 april 2014, 15:23), NOS