bralette

 
  • bra·let·te
enkelvoud meervoud
naamwoord bralette bralettes
verkleinwoord

de bralettev / m

  1. (kleding) beha zonder beugels of voorgevormde cups
     ,,Een beugelloze beha, zoals een ‘bralette’, die draagt als een comfortabel kort topje.”[1]
     Nogmaals: ik zat aan het strand, met een lange broek en een bralette. Wat is daar mis mee?”[2]
  1.   Weblink bron
    Morvenna Goudkade
    “Lingeriezaak lanceert ‘thuiswerkbeha’ zonder beugels: ‘Vrouwen reageren massaal’” (15-12-2020), Tubantia
  2.   Weblink bron “Rugzaktoeriste uit restaurant gezet vanwege outfit: ‘Wat is hier mis mee?’” (26-12-2020,), Tubantia