braaksel op de grond
  • braak·sel

hetbraakselo

  1. dat wat is uitgekotst
    • Na het wilde studentenfeest stonk het hele huis naar bier en braaksel.  
     Om haar heen lag braaksel, de achterkant van haar nachtjapon was bevuild.[2]
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]