braakjaar
- braak·jaar
- samenstelling van braak en jaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | braakjaar | braakjaren |
verkleinwoord | - | - |
- (landbouw) jaar dat een akker onbebouwd blijft
- Het woord braakjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.