• bo·ven·ein·de
enkelvoud meervoud
naamwoord boveneinde boveneindes
boveneinden
verkleinwoord

het boveneindeo

  1. het einde van iets aan de bovenkant
     Bij het 'anchoren' wordt het boveneinde van de putter tegen een lichaamsdeel (meestal buik, borst of kin) geklemd om een scharnierpunt te creëren.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Anchoren' putters wordt verboden” (Dinsdag 21 mei 2013, 14:03), NOS