• bo·ven·bouw·le·raar
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenbouwleraar bovenbouwleraars
bovenbouwleraren
verkleinwoord

de bovenbouwleraarm

  1. (onderwijs) (beroep) leerkracht die lesgeeft in de hogere klassen van een middelbare school
     De rentestand was historisch laag, bovendien had Dora nog wat achter de hand: het erfenisje van haar moeder, en wat spaargeld dat ze elke maand opzijzette sinds ze als senior copywriter even goed verdiende als een bovenbouwleraar in het voortgezet onderwijs.[1]