bovenbouwleraar
- bo·ven·bouw·le·raar
- samenstelling van bovenbouw zn en leraar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bovenbouwleraar | bovenbouwleraars bovenbouwleraren |
verkleinwoord |
de bovenbouwleraar m
- (onderwijs) (beroep) leerkracht die lesgeeft in de hogere klassen van een middelbare school
- ▸ De rentestand was historisch laag, bovendien had Dora nog wat achter de hand: het erfenisje van haar moeder, en wat spaargeld dat ze elke maand opzijzette sinds ze als senior copywriter even goed verdiende als een bovenbouwleraar in het voortgezet onderwijs.[1]
- Het woord bovenbouwleraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186