bouwvergadering
- bouw·ver·ga·de·ring
- samenstelling van bouwen ww en vergadering zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwvergadering | bouwvergaderingen |
verkleinwoord | bouwvergaderingetje | bouwvergaderingetjes |
de bouwvergadering v
- bijeenkomst van mensen die bij de bouw van iets betrokken zijn
- ▸ Ik maak een verslag van mijn gesprek met SMW. Dit wordt toegevoegd aan het digitale dossier van de betreffende leerling. Verder bereid ik mijn dag van morgen voor en kijk werk na. Het laatste half uur gebruik ik voor de voorbereiding van de (onder)bouwvergadering die voor morgen gepland staat en die ik als 'bouwcoördinator' voorzit.[1]
- Het woord 'bouwvergadering' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Natuurlijk zouden we allemaal minder regeltjes willen'” (Dinsdag 28 september 2010, 07:05), NOS